Den Helder wil komend jaar kleine elektrolyser operationeel hebben

Port of Den Helder en Engie werken aan de bouw van een elektrolyser voor de productie van groene waterstof.


Den Helder wil komend jaar kleine elektrolyser operationeel hebben




Port of Den Helder en Engie werken aan de bouw van een
elektrolyser voor de productie van groene waterstof. De installatie, die zal
draaien op een nog aan te leggen zonnepark in de regio, moet over een jaar
operationeel zijn. Op die manier hopen de bedrijven het vracht- en
scheepvaartverkeer rondom de haven van Den Helder te verduurzamen.


De elektrolyser moet in de Kooyhaven komen te staan. De initiatiefnemers
mikken op een vermogen tussen de 1 MW en de 1,5 MW. Dat is beperkt in
vergelijking met de vele grootschalige projecten in binnen- en buitenland die
de afgelopen twee jaar zijn aangekondigd, maar het verschil is dat Port of Den
Helder en Engie veel dichter bij realisatie zijn; zij hopen dat de installatie
al in de eerste helft van komend jaar operationeel kan zijn, zeggen zij in
gesprek met Energeia.


Daarnaast werken de bedrijven aan een zonnepark daar niet ver vandaan, op
industrieterrein Oostoever nabij het complex van de NAM. Het park heeft een
beoogd opgesteld vermogen van tussen de 2,6 MWp en 3 MWp. De stroom wordt
ingevoed op het net van Liander, waarop ook de elektrolyser is aangesloten. Het
plan is de productiemomenten af te stemmen op de capaciteit van het net; op die
manier kan de elektrolyser helpen bij het voorkomen of oplossen van congestie.
De waterstof wordt op een tankstation van Total verkocht aan gebruikers in weg-
en watertransport.


“We realiseren ons dat we hiermee vroeg in deze markt zitten, zowel op de
weg als op het water”, zegt Kees Turnhout van Port of Den Helder. “Maar één
ding is duidelijk: wij zijn een Waddenhaven en ik verwacht dat juist in deze
regio strengere emissie-eisen zich als eerste zullen aandienen. Dat betekent
dat iedereen die hier opereert, daarover aan het nadenken is. We zeggen: die
markt komt eraan en het is goed die nu al te bedienen.” De bedrijven zijn reeds
in gesprek met vervoerders.


Opnieuw uitvinden

Het groenewaterstofproject staat niet op zichzelf, maar maakt deelt uit van
een verduurzamingstraject dat Port of Den Helder samen met Engie heeft
uitgestippeld. De haven vaart voor een belangrijk deel op de offshore
gasindustrie, een sector die langzaam maar zeker zal verdwijnen. Dat betekent
dat Port of Den Helder zich opnieuw moet uitvinden.

Het bedrijf ziet vooral kansen in het bedienen van de wind- en waterstofsector
op de Noordzee en van partijen die zich bezighouden op de opslag van CO₂ in
lege gasvelden. In die context zou het wat vreemd zijn als het transport in de
regio zich niet aanpast en blijft rijden en varen op diesel en stookolie.

“Drie jaar geleden zijn wij met elkaar in contact gekomen en hebben we
besproken welke kansen er liggen om verduurzaming concreet te maken”, zegt
Pieter Blok van Engie. “Het is gemakkelijk om percentages en getallen te
noemen, maar het maken van een actieplan is best een uitdaging. Wij hebben
bekeken hoe de haven zijn eigen activiteiten kan aanpassen, maar ook die van de
partijen waarvoor het gastheer is. In het begin hebben we vooral veel kennis
gedeeld, nu ligt er een volwassen plan waarin we met anderen samenwerken. We
hebben een zaadje geplant en tot ontkiemen gebracht.”

Blauwe waterstof

Eerder maakte Den Helder al plannen voor de bouw van een blauwewaterstoffabriek. Oorspronkelijk zou die in 2024 of 2025 gereed moeten zijn, inmiddels mikken de initiatiefnemers op 2027. Het havenbedrijf doet dit samen met onder meer Gasunie, de NAM, de gemeente Den
Helder en de provincie Noord-Holland. Bij de presentatie van dit idee
verkondigden de initiatiefnemers dat het de opmaat zou vormen naar de
grootschalige offshore productie van groene waterstof. Zoals het zich nu laat
aanzien, is de –bescheiden- elektrolyser op land jaren eerder in bedrijf.Verder
werden, als onderdeel van het traject met Engie, eerder ook negentien
walstroominstallaties in de haven aangelegd.